Als je lezer aan je tekst begint, moet hij zich direct aangesproken voelen. Je wendt je tot je lezer op 2 manieren:
- door een directe, vriendelijke toon te gebruiken: u / je / ik / we;
- door onpersoonlijke zinnen met ‘het’ als onderwerp te vermijden. Niemand voelt zich aangesproken door het woord ‘het’.